top of page

Witte Lepra in Manu

  • Foto van schrijver: Judith Gordon v. Bokhoven
    Judith Gordon v. Bokhoven
  • 4 okt 2001
  • 3 minuten om te lezen

Ik ben kots misselijk van de malariapil. Het minibusje dat ons via het hooggelegen "cloud forest" naar de "rain forest" leidt, moet voor mij stoppen.

Ik ben net op tijd.

Eén minuut later en de worteltjes van gisterenavond waren op de bekleding beland. Mijn neus doet zeer van de klontjes.

Piet-Hein gaat met de rest van de toeristen genieten van een lunch temidden van dit wolkendek. Ik blijf achter in het busje en probeer te slapen. Een uur later kronkelen we weer over de modderweggetjes naar beneden totdat we diep in het regenwoud terecht komen. De rit wordt af en toe onderbroken om naar parende vogels of rond fladderende vlinders te kijken.

Tenminste, dit laat ik mij vertellen. Ik kom het busje niet uit.

In de namiddag bereiken we een brede snelstromende rivier die op abrupte wijze een einde maakt aan de weg. Het is benauwd, de muggen zwermen met bossen om ons heen en ik snak met mijn zieke lichaam naar airco, luxe en een bed. Maar helaas, de reis zet zich voort per boot. We worden voorgesteld aan de kapitein, de kok, de knecht, de bootjongen en de gidse. Misschien denk je nu "met zoveel personeel, dat moet een schip van redelijke afmeting zijn," maar niets is minder waar. Het bootje is van formaat Italiaanse gondel. De knecht moet op de punt van de boot gaan staan. Met behulp van een stok probeert hij de bomen en takken die in de rivier drijven te vermijden. Dan volgen vier rijen bankjes waar de toeristen en de gidse twee aan twee kunnen zitten. Boven ons hoofd is een zeiltje gespannen tegen mogelijke regen. Dan volgt de baggagebak, waarop de rest van het personeel een plaatsje zoekt. We zijn klaar voor vertrek.

Het personeel houdt zich op de achtergrond. De gidse, Carina, uiteraard niet. Ze is een inlandse vrouw met donkere mysterieuze ogen. Ze is 24 jaar oud. Haar witte blouse hangt open en biedt uitzicht op haar borsten waar een indiaanse kralenketting op rust. Ze heeft een spannende tatoeage op haar onderrug die ze aan Piet-Hein toont met een gezicht van:" Raauw, me Jane, you...?".

De tatoeage is gemaakt door de Matsigenga indianen. Eigenlijk is het een lijfschildering, want hij schijnt na zes maanden weer te verdwijnen.

Carina komt naast mij zitten, voorin het bootje. Piet-Hein ploft tussen ons in met de kreet "Oh, I get to sit between two beautiful woman?"

Hoezo "get to sit" denk ik dan, jij kiest verdomme die plek!

Ze vertelt in ieder geval van alles over de dieren en binnen de kortste keren zijn Piet-Hein en Carina diep in gesprek beland. Ik zit in een hoekje gepropt, kijk een beetje stilletjes om me heen en tracht krokodillen en apen te signaleren.

Zodra we midden op de rivier komen ontstaat een enorme boeggolf, waardoor wij voorin hartstikke nat worden. Gelukkig hebben we poncho's mee genomen. Ik kruip onder mijn poncho, Piet-Hein deelt de zijne met Carina want zij heeft er geen. Je zou toch van zo'n muts verwachten dat ze beter voorbereid komt.

Zit ik daar in mijn eentje als een malaria gedrogeerde randdebiel onder mijn oranje regen-cape.

Drie uur lang.

Alsof ik er niet ben.

Hoewel...af en toe meldt Piet-Hein dat Carina heel, heel leuk is. Ze heeft over de hele wereld gereisd, spreekt veel talen, kortom ze is geweldig.

Ik heb godverdomme ook over de hele wereld gereisd en ik spreek ook veel talen, beter dan die trut.

Zij vindt dat hij geweldig Hebreeuws kan (hij kan poes en hond zeggen), zegt nogmaals dat ze 26 is en kan (uiteraard) niet geloven dat hij 40 is.

Ik kots over de rand van de boot.

Als klap op de vuurpijl vertelt dit taalwonder dat ze gedurende haar zevenjarig verblijf in de jungle veel ziektes opgelopen heeft, waaronder Witte Lepra.

Piet-Hein zweet peentjes: "Is het besmettelijk? Is er een dokter in de buurt? Wat staat er in de Lonly Planet?". Zit hij daar, uren met haar te zweten onder een poncho!

Ik geniet met volle teugen nu blijkt dat ze een levende termiet etende 24, 26 of 30 jarige (ze zei steeds iets anders) pathologische lepralijder is.

Hopelijk is het besmettelijk.


 
 
 

Opmerkingen


© 2024

bottom of page