top of page

Skiën met Jan

  • Foto van schrijver: Judith Gordon v. Bokhoven
    Judith Gordon v. Bokhoven
  • 31 dec 2017
  • 3 minuten om te lezen

Ken je dat spelletje, Mikado?

Zo zien je skies eruit als je naar beneden kijkt als je in de rij staat voor een lift.

Allemaal stokjes over elkaar heen, geweven tot één brei.

Zie daar maar eens jouw stokje uit te trekken.

En die brei schuifelt in de richting van de stoeltjeslift.

Met honderd tegelijk.

Gooi er dan nog wat dominostenen overheen, dan heb je de snowboards ook te pakken.

Die zitten met één voet vast aan hun steen en proberen zo steppend over alle mikadoskies bij diezelfde lift te komen.

Ben je eenmaal bij het eerste poortje van de lift, dan moet je met je jas ergens tegenaan schuren.

Je weet nooit precies waar, dus je doet maar wat.

Dit om het poortje “pliep” te laten zeggen zodat jij je er doorheen kunt forceren.

Jouw mikadostokjes moeten ondertussen wel losgeweekt zijn van de brei, want anders gaat je bovenlijf door het poortje en blijven je skies ergens hangen.

Na het eerste poortje gaan de mikadostokjes en dominosteentjes rijtjes van vier maken.

Want er zijn vier stoeltjes in de lift.

Die lift bereik je door een tweede poortje waar je iets verderop doorheen moet.

De rij is dan inmiddels gestructureerd, met streepjes en lampjes en automatische vloeren, zodat je niet anders meer kunt dan in het gareel van die aankomende vier stoeltjes.

De vloerband schuift je naar het stoeltje. Jij staat stil.

Zoals een rolvloer op Schiphol.

En dan hoop je maar dat je niet naast zo’n achterlijke snowboarder zit, want zijn dominosteentje kan niet recht, hij staat namelijk schuin op zijn board, dus hij moet ook schuin instappen.

Hetgeen HELEMAAL niet past bij de rechte loopband.

Naast een beginnend snowboarder staan is pas echt drama want die gaat negen van de tien keer op zijn plaat.

En dan hebben we het nog niet over de skistokken, die er ook nog gezellig doorheen prikken.

Tenslotte moet je hopen dat er niet van die mensen zijn die denken, “Ik wil per se bij Piet”, of “Ik wil niet langs Jan”, want eenmaal op de vloerband kun je geen kant meer op.

Enfin, laat ik het nu weer treffen: als het tweede poortje open gaat en Jan en ik erdoor gaan komen we terecht op de twee linker banen voor de twee linker stoelen. De twee rechter poortjes worden niet gebruikt.

Dan is het wachten op het stoeltje, dat je als het ware “opveegt” en de veiligheidsbalk die daar overheen gaat, zoals in een achtbaan. Dan kun je naar boven.

Blijkt door MIJN poortje ook een snowboarder te zijn geglipt.

Ik sta daar dus nietsvermoedend. Het stoeltje komt. Die “schept” de snowboarder eerst en daarna mijop schoot bij de snowboarder.

Er rest mij enkel nog hysterisch gillen.

Want ik zit dadelijk acht meter boven de grond op schoot bij een randdebiel die op een of andere manier door mijn poortje is geglipt!

Gelukkig stopt een chagrijnige liftbediende de hele lift – niet fijn als je verderop bent of net uit wil stappen – en krijg ik de kans om van haar af te klimmen. Lastig met een automatische veiligheidsstang al half over ons heen.

Jan schuift snel naar rechts en ik kan naar zijn stoeltje.

De lift gaat gelijk door en wij gaan naar boven.

Zegt snowboardmuts “Wolltest du einfach mit zwei Leuten im Aufzug sein?”

Pardon? Gaat die theemuts dit nu werkelijk bij mij neer leggen?

Giftig zeg ik: “Nein, das wolte ich helemaal niegt! Ich zetse hier und du kwamst opeens van achteren!”

Ze kijkt me geschrokken aan en “Entschuldigung” is het enige dat ze nog uit kan brengen.

Eenmaal boven flikkert ze uiteraard uit de lift.


 
 
 

Opmerkingen


© 2024

bottom of page