OPA EN DE SLAGBOOM
- Judith Gordon v. Bokhoven

- 29 jan 2024
- 2 minuten om te lezen
Na een relaxte treinreis van Bilbao naar Madrid arriveer ik in het familie-geweld van Spanje.
Dat begint met een voetbalwedstrijd van mijn stief-neefjes gevolgd door het middageten met z’n allen in een restaurant. Nou dan komt er wat lawaai binnen hoor. Vijftien personen die menen hun menig te moeten verkondigen in het Spaans.
Het eten gaat gepaard met heel veel drank en politieke discussie over die “klote kapitalistas” die het land runnen. Pap noemt Eloisa een “salon socialist” en Eloisa noemt pap een “rechtse rakker” en dan zijn we waar we altijd eindigen. De drank is onvermijdelijk en wakkert de sentimenten aan. De discussie laait op en de handgebaren worden onstuimiger. Ondertussen vinden een aantal neefjes nog steeds dat de voetbalwedstrijd mega partijdig was.
Een buitenstaander zou schrikken en denken dat onze familie een dikke ruzie heeft.
Wij vinden dit heel gewoon.
Als we uit gegeten en gedronken zijn stappen we de auto in om, nog steeds in verhitte toestand, het drukke verkeer van Madrid in te duiken. Een uitstekende combinatie.
Ik voel me net 16. Achter in de auto. Zware opera uit de speakers. Pap druk gesticulerend achter het stuur. Nog steeds verhit. Ik heb niets in te brengen.
Alleen al het verlaten van de betaalde parkeerplaats is een dingetje omdat:
a. Er geen kaartje is.
b. Eenmaal gevonden niet betaald is.
c. Pap dus iedereen blokkeert want blijft gewoon voor de slagboom staan en gaat zijn kaartje betalen.
d. En als die betaald is pap de streepjescode met geen mogelijkheid in het gleufje krijgt.
e. Hij dus moet uitstappen.
f. Het nog steeds niet lukt omdat hij het kaartje op kop erin stopt.
g. Om te constateren dat de slagboom al 5 minuten omhoog staat omdat het nummerbord is herkend.
“Godverdommese kut zooi”, zegt pap.
En dan zijn we pas van de parkeerplaats af.

Opmerkingen